Waarom wij geen huisdieren hebben…

geen huisdieren

Vroeger….heel vroeger toen ik nog een klein meisje was, konden wij eigenlijk geen huisdieren hebben. Mijn moeder was namelijk allergisch en niet zo’n klein beetje ook. En ik wilde natuurlijk dolgraag een huisdier, het liefst een hond of kat. Maar ja, dat zat er echt niet in. Maar ondanks haar allergie heb ik toch nog huisdieren gehad.

Mijn huisdieren historie

Een konijn

Het eerste huisdier dat ik ik kreeg was een konijn. Het voordeel van een konijn is dat deze buiten leeft. Af en toe mocht hij ook binnen rond hupsen. Dat was erg leuk, maar voor alle kabeltjes was het minder leuk. Ik weet nog goed hoe er een keer een harde knal uit de boxen kwamen omdat Stampertje (ik was Bambi fan) een kabeltje van de muziekinstallatie had doorgeknabbeld. Ik kan mij ook nog herinneren dat ik en mijn buurjongen hem eten gaven; we plukten dan ook graag gras en stopten dit in het gaas, daar knabbelde Stampertje graag op…en wij vonden het erg grappig hoe het neusje dan wipte. Maar het konijnenavontuur eindigde natuurlijk wel op een gegeven moment.

Een muis

Toen werd het nieuwe huisdiertje een muisje…Snuffie heette die. Snuffie was helemaal zwart en ontzettend lief. Ik speelde graag met hem. Mijn buurjongen en ik bouwden tunnels voor hem van wc rollen en bouwden een doolhof van Lego. In mijn ogen zorgde ik erg goed voor Snuffie (maar ik heb geen idee of dat wel echt zo was, ik was toen nog best jong).

Een woestijnrat (gerbil)

Nadat Snuffie het had opgegeven tijdens de periode dat wij op vakantie waren, kreeg ik een Woestijnratje. Deze was iets minder goed tam te krijgen dan de muis die ik eerst had. Mijn moeder vond hem dan ook niet echt leuk. Maar ik hield toch van hem en zorgde zo goed als ik kon voor hem…tenminste…in mijn beleving (ik was nog steeds best jong).

Een hamster

Toen wij waren verhuisd was het woestijnratje al weer heengegaan. Naar mijn weten gewoon van ouderdom, net als de andere huisdiertjes. In het nieuwe huisje kreeg ik een hamster. Dit was een heel lief hamstertje die ontzettend tam was. Angel sliep in een hokje met allemaal buizen, op een kastje in mijn slaapkamer. Hij knaagde een afdekklepje helemaal uit en ontsnapte. En wat deed het gekke beestje? Hij ging mij opzoeken. Ik lag in bed en hij kwam bij mij liggen…in mijn nek. In het begin probeerden wij de uitbraakpogingen nog tegen te gaan, maar na een tijdje hebben we ons er maar bij neergelegd. Het was echt een huisdiertje en geen kooidiertje. Wanneer ik huiswerk maakte klom hij op mijn bureau, wanneer we het hokje schoonmaakten racete hij door de woonkamer (spelen met de lamellen was zijn favoriete sport)…en ’s avonds liep hij ook wel eens los in de woonkamer, wanneer wij een koekje aten kwam hij om een stukje vragen, het was echt een gezinslid. Het was ook best een taai hamstertje, want toen ik een keer uit logeren was heeft ie een ritje met de wasmachine overleefd! Mijn moeder had mijn bed verschoond en had niet door dat Angel in mijn dekbed was gekropen. Helaas heeft ook dit hamstertje het op een gegeven moment opgegeven (niet wasmachine gerelateerd trouwens). Volgens mij ook weer toen wij op vakantie waren…mijn tante kreeg ondertussen een fobie voor het verzorgen van mijn huisdieren tijdens de vakantie.

Een zonnebaars

Daarna ging ik het huis uit. Ik ging eerst op kamers en daar mocht je geen huisdieren. Pas toen ik ging samenwonen kon ik weer aan een huisdiertje gaan denken. De eerste werd Binkie, de zonnebaars in de vijver. Ik had hem helemaal tam gekregen en hij at uit mijn hand. Wanneer er nieuwe vissen in de vijver kwamen gaf hij ze zelfs een rondleiding…zo mooi om te zien.

Visjes

Na een tijdje wilde ik ook graag in huis een beetje leven in de brouwerij. Het werd een kleine aquarium met ballonmollie’s en guppy’s. Het aquarium maakte ik mooi met stukken hout, plantjes en kiezeltjes. Een aantal visjes heb ik zelfs tam gekregen.

Weer een hamster

Maar ook dat vond ik nog niet genoeg. Maar een hond of kat vond ik best zielig, gezien er overdag niemand thuis was. Het werd weer een hamster. Dit keer kreeg het hamstertje de naam Lucifer en hij deed zijn naam eer aan. Het was echt een duveltje. Hij sprong namelijk zodra hij de kans kreeg en bezorgde je dan af en toe echt een hardverzakking. Het beestje kreeg een waar paleisje met allemaal buizen en weet ik veel wat voor uitbreidingen…allemaal van Critter Trail. Daar kon ie zijn hyper-ei gelukkig een beetje in kwijt. Ook ging hij mee naar mijn werk, waar hij in een deel van zijn kooitje op mijn bureau (in mijn kantoor) verbleef. Bij de groep met dierenverzorgers moest hij natuurlijk even de klas in. De leerlingen vonden het altijd erg leuk om te zien hoe goed hij luisterde. wanneer ik tikte op de tafel kwam hij snel aangerend. Hoe ik dat voor elkaar had gekregen? Heel veel trainen en belonen met zonnebloempitjes.

En weer een hamster

Toen Lucifer er niet meer was, wilde ik eerst even geen hamstertje meer. Ik was zo ontzettend aan het beestje verknocht. Het deed echt ontzettend pijn toen hij er niet meer was. Maar tijdens een stagebezoek bij een leerling kwam ik een hamstertje tegen die niemand wilde hebben. Het beestje had al eens een huisje gehad, maar de mensen hadden haar weer terug gebracht. Ze had die mensen namelijk gebeten en die mensen wilden geen hamster die bijt. En daarna was ze al groter dan de rest, wat er voor zorgde dat iedereen haar te oud vond. Het arme beestje bleef dus telkens in het saaie hokje van de dierenwinkel. Ik had met haar te doen en nam haar mee. Ik kwam er al snel achter dat ze niet goed kon zien. wanneer ik mijn hand dan bij haar deed, tastte ze voorzichtig met haar tandjes mijn vinger af om te weten wat dat was. Maar echt bijten kan (en wil) ik het niet noemen. Een keer was ik echter zo dom om mijn handen niet te wassen voordat ik naar haar toe ging. Ze was wakker geworden van de geur die ik produceerde tijdens het koken. En het was net haar lievelingsmaaltje broccoli. Tja, een hamstertje dat tast met haar tandjes kun je dan niet kwalijk nemen dat ze vervolgens een flinke hap van mijn broccolivingers probeerde te nemen. Die fout heb ik nooit weer gemaakt! Uiteindelijk heeft ze toch nog een mooi lang (voor hamsterbegrippen) leven gehad en is ze ondanks haar blindheid nog best tam geworden.

Nog maar weer een hamster

Daarna kwam Dropje. Dropje was pikzwart en superlief…vandaar ook de naam Dropje. Dropje was ook een echt uitbreekhamstertje en zat graag achter de trapkast. We hadden zo’n trap die in een halve cirkel nar boven gaat. Deze was helemaal open, maar de treden had ik al vroeg dicht gebouwd vanwege allerlei viezigheid wat dan telkens onder de trap komt te liggen. In het grote open stuk beneden heb ik toen een kast gebouwd die je er in en uit kon rijden. Zo was er een mooie opbergruimte voor alle kerstspullen en halloweenspullen. Deze ruimte vond Dropje dus ook erg leuk. Helaas is hij hier waarschijnlijk door een spin gebeten en is toen langzaam (met vreselijke jeuk) gestorven…het arme beestje.

Het laatste hamstertje dat in het grote paleis heeft mogen wonen was Wolletje. Ook hij was ontzettend tam en niet minder verwend. Telkens wanneer ik ging koken, stond hij lief voor zijn deurtje te wachten tot hij ook iets kreeg. En hij had geluk, want wat ik kookte kwam meestal vers van de moestuin. En ook Wolletje mocht graag los lopen. Dit keer had ik er voor gezorgd dat hij niet achter de trapkast kon komen. Maar hij zat wel graag onder de bank. Gelukkig kreeg ik hem daar altijd nog weg met pure omkoperij…zonnebloempitjes. Als hij de bus met pitjes hoorde, kwam hij er al aangesneld.

Kipjes

Ondertussen had ik bedacht dat kipjes ook wel leuk zouden zijn op de moestuin (dat mocht daar). Ik wilde ze uiteraard wel van kuiken af aan. Bij een meneer met een heleboel vrij lopende kippen kocht ik een aantal kuikens…allemaal Barnevelders (dubbelgezoomd), die wilde ik ook erg graag vanwege hun uiterlijk, karakter en hun leg. Toen wist ik nog niet hoe je ze kon sexen, dus was het spannend hoe veel mannetjes en vrouwtjes het waren. In het begin zaten ze in een grote bak van plexiglas in de woonkamer, hier liepen ze af en toe ook vrij rond. Toen ze ietsje groter werden en begonnen te vladderen gingen ze zelf uit het hokje…het werd tijd voor een hokje buiten. Het hokje was niet in 1 dag gebouwd en de eerst volgende ochtend hoorde ik een kipje uit het hokje fladderen. Die ging onderaan de trap staan en ‘kraaide’ naar boven…ik moest blijkbaar opstaan van hem (het was dus een mannetje…er werd warempel gekraaid). Nu ik wist welke kraaide, kon ik echt duidelijk zien hoe de mannetjes er anders uit zagen dan de vrouwtjes. De kipjes konden vanaf die dag naar het hokje buiten. Wanneer ik thuis was, mochten ze vrij rondlopen. Wanneer ik sliep of aan het werk was, gingen ze weer in het hokje. Tijdens het koken stonden ze mij allemaal te ‘helpen’, heel gezellig. Een toompje ging uiteindelijk naar een oud collega en de overige haantjes kregen ook een mooi huisje waar ze heerlijk vrij konden rondlopen (of kunnen, dat weet ik niet, want ik heb geen idee of ze nog leven). Het viertal wat ik over had gehouden mocht uiteindelijk naar de moestuin…dat hok met buitenren had ik eindelijk klaar. Hier hebben ze erg veel plezier gehad. Ze hielpen mij met omspitten en graven. Ze liepen altijd los wanneer ik op de tuin was.

Het roer om

Uiteindelijk liep mijn relatie stuk en vond ik na een tijdje mijn grote liefde…nee geen huisdier! Ik leerde mijn man kennen. Onze relatie ging in sneltreinvaart en ik raakte al vlot zwanger. Omdat wij toch wel graag onze dochter samen wilden groot brengen (en omdat wij erg gelukkig zijn samen), trok ik bij hem in. Dit betekende dat ik mijn moestuin achter moest laten…en mijn kipjes ook. Mijn tante en nichtje hebben mijn moestuin overgenomen en de kipjes zijn uiteindelijk verkocht.

En dan nu eindelijk het verhaal van waarom wij geen huisdieren hebben…

Mijn lieve man had al twee honden die er deeltijd waren, zij reisden met zijn dochtertje heen en weer. Ik had vanaf toen dus eindelijk honden! Maar helaas raakte ik tijdens de zwangerschap allergisch. Ik heb het nog heel lang volgehouden met de honden, maar op een gegeven moment ging het echt niet meer. Mijn ogen, keel en neus raakten zo ontzettend geïrriteerd, dat het beter was dat ze niet meer hier zouden zijn. Vanaf dat moment reisden ze niet meer met haar mee, maar bleven ze daar. Misschien dat er ooit een dag komt dat ik er geen last meer van heb, maar dankzij buurpoes Beamer (die elke dag wel komt buurten), weet ik dat die dag nu nog niet is. Dus voorlopig helaas nog geen huisdieren…maar ik blijf hopen. Wij moeten voorlopig dus maar genoegen nemen met spin Sebastiaan 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *