De bevalling was alles behalve makkelijk. Zo lekker relax als de zwangerschap verliep, zo gecompliceerd verliep de bevalling. Er gingen erg veel dingen mis, die in mijn ogen helemaal niet verkeerd hadden hoeven gaan…en dat allemaal omdat ik niet gehoord werd.
Lees ook: Hoe mijn zwangerschap verliep
De laatste controle voor de grote dag
31 Mei was ik uitgerekend en alles verliep nog vlekkeloos. 26 Mei moest ik naar mijn laatste controle bij de verloskundige. Dit keer moesten we wat verder weg, omdat we dan in ieder geval alle verloskundigen van de praktijk zouden hebben gezien. Onze kleine meid was goed zichtbaar in m’n buikje en lag goed. Ze was ook lekker beweeglijk. De verloskundige concludeerde nog even dat ze toch best lang was en dat dat kwam door haar lange rug. Toen moest ik nog gecontroleerd worden. Ze begon met wat vragen over hoe ik mij voelde. Ik voelde mij prima, ik voelde niets vreemds. “Dan gaan we nog even je bloeddruk meten voor de zekerheid”, zei ze met een lieve glimlach. Haar glimlach viel wat weg, ze keek ineens erg serieus. Mijn onderdruk lag namelijk tegen de grens van wat ‘goed’ is aan. We moesten maar naar het ziekenhuis om mijn urine te laten testen en er moest een ECG worden gemaakt, gewoon voor de zekerheid.
We voelden de bui al hangen
Wij voelden de bui al hangen en hebben gelijk de tassen en wat eten meegenomen, dan hoefde dat tenminste niet achteraf alsnog. Het was zo toch maar een kleine omweg naar het ziekenhuis.
Eenmaal in het ziekenhuis, moesten we best lang wachten. Vervolgens haalde de zuster ons op en we werden naar een klein kamertje gebracht. Daar kwam een zuster aan die mijn bloed wou prikken. Ik moest ondertussen echt ontzettend nodig naar de wc, zo erg dat ik het eigenlijk niet meer kon inhouden. Ik moest namelijk al plassen toen we bij de verloskundige vandaan kwamen. Maar omdat zij zei dat mijn urine getest moest worden, was ik nog maar niet naar de wc gegaan. Ik vroeg daarom dan ook of ik niet eerst even naar de wc mocht voor de urinetest. Nou, dat hadden ze liever niet, dat was erg lastig gezien de tijd die de bloedprikmevrouw had. “Nou, dan doe ik het wel hier op de vloer”, zei ik toen een beetje pinnig. Ineens kon het wel, heel bijzonder. Het plassen in het buisje was, na veel rekken om m’n dikke buik heen, eindelijk gelukt. Ik liep weer naar het kamertje. Ik werd geprikt en er werd een ECG geplaatst. Dat zou waarschijnlijk de laatste keer zijn dat ik haar hartje zou kunnen beluisteren, dus ik had nog maar even genoten van t moment. Na een tijdje ging het toch wat vervelen. Ik moest een half uur aan dat apparaat zitten en die banden zaten toch wat vervelend om m’n buik. Eindelijk werd ik verlost. Ik moest naar de wachtkamer om te wachten op de resultaten. Wat duurde dat ongelooflijk lang zeg. De zuster kwam weer terug. Mijn bloeddruk was toch weer wat omhoog, verder was alles prima. Maar omdat ze geen risico’s wouden lopen, moest ik toch blijven om de volgende dag te worden ingeleid. Tja, dat was dan niet anders. Ik werd naar mijn kamer gebracht. Mijn man haalde alle spullen op uit de auto. Nou, daar zat ik dan. Ik zat op het meest waardeloze bed ter wereld te wachten op de start van het leven met onze kleine meid.
De eerste kamergenoot
Eventjes was ik alleen op de kamer, maar dat veranderde al snel. Er kwam een jonge meid tegenover mij. Ze moest onder controle blijven, omdat ze wat uitgedroogd was door het vele spugen. Ik had zo’n medelijden met haar. Ze was nog maar net zwanger en had niet eens echt de kans gehad om, net als ik, van de zwangerschap te genieten. We hadden het wel gezellig op de kamer, dat dan weer wel. We wisselden verhalen uit over de zwangerschap, dat vond ze wel fijn…en ik ook, want dan had ik tenminste wat afleiding.
De controle
De zuster kwam langs om te kijken of ik ontsluiting had of niet. Zo niet, dan moest ik eerst wat krijgen wat zou zorgen voor ontsluiting. Ze konden namelijk niet eerder beginnen met de inleiding dan dat ik minimaal 2 cm ontsluiting had. Ik had al 1 cm ontsluiting. Wat voelde ik mij opgelucht. Ook werd er weer naar mijn bloeddruk gekeken. Die was helaas weer wat gestegen.
Van gezelligheid naar eenzaamheid
’s Avonds kreeg ik de tweede kamergenoot. Ze had wat complicaties en had nog drie maand te gaan. Ook zij was er ter observatie. We hebben met ons drietjes veel gekletst over de zwangerschap en de kinderen die iedereen had en hoe iedereen haar partner had ontmoet. Het was erg gezellig, tot ik naar een andere kamer werd gebracht. Dit deden ze zodat de kamergenoten geen last zouden hebben van mijn testen de volgende morgen. Want als alles goed zou zijn, zou ik om zes uur ingeleid worden.
En toen begon het
De volgende morgen werd er om vijf uur gekeken hoe veel ontsluiting ik had. Ik had de twee cm die nodig was voor het starten van de inleiding. Voordat ze zouden starten mocht ik nog even eten en douchen. Om kwart voor zes werd ik aan het infuus gelegd. De weeën begonnen eigenlijk gelijk. Om zes uur kwam mijn man gelukkig ook binnen. Ik voelde rust; de steun die ik nodig had, was nu hier. Hij heeft echt super voor mij gezorgd tijdens de bevalling. Ik vind ook echt dat we de bevalling samen hebben gedaan. Zonder hem was het lang niet zo fijn geweest…in zoverre een bevalling fijn kan zijn natuurlijk.
Op naar de verloskamer, waar de bevalling echt begon
Na een tijdje werd ik weer naar een andere kamer gebracht, dit keer werd ik naar de verloskamer gebracht. Hier zouden we onze kleine meid voor het eerst gaan zien.
De bevalling verliep helaas niet vlekkeloos. Ik had de pech beenweeën te hebben, die weeën kun je blijkbaar niet opvangen. De kleine meid drukte ook al snel erg op mijn heupen, waardoor ik ontzettend veel pijn kreeg in mijn heupen. Ik gaf het meerdere malen aan bij het verlosteam, maar die reageerden er niet op. Ik moest het maar wegpuffen. Na een tijdje begon mijn rug de pijn van mijn heupen over te willen nemen. Ik had op dat moment dus zeer vermoeide benen, heuppijn en rugpijn. Na uren flink pijn te lijden en persdrang te hebben, schreeuwde ik om pijnstillers. Ze moesten eerst kijken hoe veel ontsluiting er was. “Oh, oeps je mag eigenlijk al bijna persen.” De ruggenprik viel dus af, daarvoor was het te laat…nou, lekker dan. Ik kreeg een heel verhaal over wat nog de opties waren en wat dat dan met mij zou doen en wat de risico’s zouden zijn. Om zo snel mogelijk van het gezeur af te zijn riep ik: Die laatste, doe die laatste maar. Ik kreeg het zoveelste gat in mijn arm geprikt en het infuus werd aangelegd. Eindelijk had ik pijnstillers. Ik moest zelf op een knopje drukken als ik pijn had die ik niet kon onderdrukken. Het leek mij verstandig dat mijn man dat knopje in handen zou hebben. Achteraf was dat een zeer verstandige keuze. Mijn ademhaling werd wat minimaal terwijl mijn bloeddruk omhoog schoot. Telkens wanneer ik wilde dat hij op het knopje ging drukken, moest ik van hem eerst flink ademhalen. Ik zuchtte eerst dan wat, maar daar nam hij geen genoegen mee. Ik moest goed ademen. Een diepe zucht kreeg hij dan en dan drukte hij op de knop. Hij lette ook op de monitoren of mijn ademhaling en dergelijke wel goed waren. Hij kon precies zien wanneer er een wee aan kwam en vroeg mij dan soms al van tevoren of het nodig was. Wat een schat is het ook, wat zorgde hij toch goed voor me (nog steeds trouwens).
Grote irritatie
Het werd tijd om te persen. Ik had genoeg ontsluiting om te mogen starten. Er werd van alles naar me geschreeuwd door verschillende vrouwen. Gek werd ik er van. Het haalde mij volledig uit mijn concentratie. Stilte, dat wou ik. Maar ik had helaas koppige hardleerse zusters en verloskundige, dus stilte kreeg ik niet. Mijn man riep het af en toe nog naar ze, maar ze gaven er geen gehoor aan. Een zuster zat zelfs met kauwgom in mijn oor te smakken. Walgelijk vond ik dat. Daar heb ik ook al snel iets van gezegd, ze verwijderde haar kauwgom en bood haar excuses aan.
Door al die drukte om mij heen, besloot ik telkens niets te laten merken wanneer ik weeën had. Zo kon ik eindelijk in alle ‘rust’ persen. De dames waren namelijk wat zenuwachtig geworden door mijn bloeddruk en waren daar meer mee bezig. Ik zag mijn kans dus schoon.
Al mijn geworstel bleek een reden te hebben
Al snel kreeg ik door dat het niet ging lukken. De laatste pers kon ik telkens niet maken. Ik dacht dat het door de pijn in mijn heupen en rug kwam. Later bleek dat het kwam doordat ze haar armpje over haar hoofd had, dat ging dus nooit passen. We kwamen er achter doordat de verloskundige ging zoeken naar haar hoofdje. Ik had namelijk al iets van duizend keer gezegd dat het echt niet ging lukken. Vervolgens ging de verloskundige mij vragen hoe ik dan dacht haar er uit te krijgen. Nou, dacht ik, dat is ook een mooie boel. Zij had er voor geleerd en ik moest met suggesties komen. Ik raakte erg geïrriteerd aan het hele team. Het leek echt of ze hun best deden om me dwars te zitten. Uiteindelijk kwam er een kleine vacuüm en die werd na veel porren in mijn baarmoeder op haar hoofdje gezet. Er werd een knipje gemaakt en toen was ze er binnen ‘no time’ uit. Het enige wat ik kon denken was: Als dat stelletje huppelkutten dat nou eerder had gedaan, had dat veel ellende en frustratie bespaard…en waarschijnlijk ook veel bloedverlies. Maar goed, onze kleine meid was er eindelijk en dat was belangrijk. Om 15:16 was ze niet meer dat wezentje in mijn buikje, maar onze kleine sterke meid.
Het eerste contact
De zuster legde haar hoofd op m’n schouder. Ze lag op mijn buikje. Ik kon haar gezichtje nog steeds niet zien. Ik zei hallo tegen haar en streelde haar ruggetje. Ze drukte zich omhoog, tilde haar hoofd op en keek me aan. Je zag de herkenning in haar oogjes. Mijn man zei ook hallo tegen haar en ze keek vervolgens naar hem. Ze herkende hem gelijk. Een prachtig moment vond ik dat. Ze was alleen nog steeds boos dat ze er uit was. Mijn man vroeg haar of ze het niet leuk vond uit mama’s buikje. “Neeej”, huilde ze. We moesten lachen, ze had een feilloos gevoel voor timing. Ik begon een liedje van Cat Stevens te zingen voor haar. Dat nummer had ik veel geluisterd tijdens de zwangerschap. Ze werd rustig en lag lekker op m’n borst.
Het eerste borstje
De zuster zei me dat ik haar wel mocht aanleggen als ik dat wilde. Natuurlijk wilde ik dat…maar hoe. Niemand had me nog verteld hoe dat moest. Ik probeerde de aandacht te krijgen van de zusters om te vragen hoe ik dat moest doen. Maar de zusters waren erg druk bezig met het feit dat ik 1,5 liter bloed had verloren en dat mijn bloeddruk nog wat aan de hoge kant was. Ik voelde mij ontzettend alleen op dat moment. Ondertussen liet onze kleine meid zich wat zakken, ze was al haastig op zoek naar mijn tepel. Erg lang heb ik mij dus niet radeloos hoeven voelen, want onze dame had zichzelf al even aangelegd en lag lekker te drinken. Dat voelde erg fijn.
Toen al zo groot en sterk
Lilian was een grote baby. Ze was 55,5 cm lang en woog 3850 gram. Ze was al ontzettend sterk en dat vond ik eigenlijk wel erg fijn. Dat kleine fragiele wat de meeste baby’s hebben, dat vind ik maar niets. Ik was zo blij dat zij niet zo fragiel was.
Haar naam
Uiteindelijk kwam natuurlijk de vraag hoe ze zou heten. ‘Lilian’ zei Bert al snel. Ik vroeg hem of ze toch beide namen mocht hebben, omdat ik het zo mooi vond dat we elkaars favoriete naam uit de lijst hadden gekozen. Dat vond hij prima. Vanaf dat moment heet ze dus Lilian Cayleigh Santes, haar roepnaam is Lilian.