Site pictogram Mama Duizendpoot

Mijn kind is uitzonderlijk snel in het zich ontwikkelen.

ontwikkelen

De meeste ouders kunnen niet wachten tot hun kind kan rollen, kruipen, zitten, lopen of brabbelen. Het is ook ontzettend leuk om je kind deze stappen te zien maken en uiteraard ben je erg trots wanneer er zo’n stap gemaakt wordt, maar vaak vergeten we te genieten van de gemakken van het nog niet kunnen van deze vaardigheden. Achteraf hadden wij iets meer moeten genieten van de tijd dat zo nog niet zo veel kon, want onze  dochter heeft nogal haast wanneer het gaat om ontwikkelen. Zij ontwikkelt zich uitzonderlijk snel.

Het begon al bij de geboorte

Het begon al bij de geboorte. Al vanaf dag een is ze supersterk. Toen ze voor het eerst op mijn buik lag, drukte ze al vakkundig zichzelf omhoog en tilde ze haar hoofdje op. We hebben ons geen dag echt druk hoeven maken om haar hoofdje telkens goed te ondersteunen, want ze was prima in staat haar hoofdje zelf te tillen. Erg fijn, want die fragiele-baby-fase, daar hebben wij allebei niets mee. Ik weet nog dat ik toen dacht: ‘wat een heerlijke makkelijke baby’…ik sprak te snel.

Scherp zicht

In de eerste week zat ze een vlieg te volgen met haar oogjes. Deze vloog boven haar vlak bij het plafond. Toen we dit tegen de kraamhulp zeiden, zei ze dat het toeval geweest moest zijn…tot ze het met eigen ogen zag. “Dat is niet normaal hoor, dat horen ze nog niet te doen”. Nee, nou deze doet het wel en daar kun je niets aan veranderen. Dat ze de wereld om haar heen al vlot relatief scherp zag, bleek later wel bij het zien van mensen op een afstandje en het willen pakken van dingen die wat verder lagen.

Zitten

Na een weekje te hebben gelegen, vond ze liggen niet leuk genoeg meer en wilde ze wel wat anders. Er was immers nog meer dan alleen een wereld binnen de straal van een meter. Ze gaf telkens aan te willen zitten, want dan kon ze alles beter zien. Natuurlijk kon ze dat nog niet zelf en moesten wij haar hierbij helpen. Ze zat dan gewoon op schoot en dan hielden we haar goed vast. Ze leunde dan met haar rug en hoofd of tegen onze buik of tegen onze benen. Vooral het laatste vond ze fantastisch, want dan kon ze je goed zien. Maar dat was natuurlijk veel te vroeg om te willen zitten. We lieten haar daarom alleen zitten wanneer ze het echt heel graag wilde en zelf meehielp. Als we haar dan weer neerlegden, werd ze erg boos. Het viel niet mee om haar zitmomentjes telkens te moeten afkappen omdat wij het wel lang genoeg vonden duren.

Lachen

Echt lachen deed ze ook al vrij vlot. Heerlijk vond ik dat. Ik genoot echt van elke glimlach en schaterlach. Ik moest dan wel echt uitkijken dat ik dan zelf niet krom zou liggen van het lachen, want dan schrok ze en moest ze huilen. Tja, en dat is dan ook weer niet de bedoeling. Maar als ik dan tegen iemand zei dat ze al lachte, kregen we het antwoord dat het gewoon een lachreflex is vlak voor het slapen…dat hebben alle baby’s. Prima, dacht ik dan, dan heeft zij blijkbaar constant een lachreflex. Vanaf toen ben ik wat voorzichtiger geworden met het vertellen wat ze ‘al’ kan.

Praten

Na anderhalve maand maakte ze haar eerste eigen woordjes. De belangrijkste was toch wel ‘buh’, dat betekent ‘plasje’. Zodra ze had geplast, zei ze netjes ‘buh’. Erg handig natuurlijk, want dan konden we haar direct verschonen. Soms zei ze het zelf voor haar plasje aan. Een beetje verwarrend was dat wel natuurlijk, want wanneer we dan haar luier af deden, begon ze ineens te plassen. De kleine grappenmaker! Ze vond dit nog best geinig ook, want ze keek er dan ook nog glunderend en trots bij. Toch was het wel erg handig dat ze haar eigen woordjes had. Wij wisten zo namelijk precies waarom ze dan zo boos of verdrietig was. Ze vertelde ons gewoon wanneer ze last had van een plasje, poepje, scheetje, honger of frustratie dat ze iets nog niet kon. Ze merkte al snel dat we haar begrepen en vanaf dat moment is haar taalontwikkeling ook rap vooruit gegaan…het werd immers beloond met begrip en hulp.

Staan en lopen

Met twee wilde ze staan en lopen. Het was echt veel te vroeg voor haar om dit te willen. Zodra haar voetjes iets aanraakten, probeerde ze te staan…en met succes. Trots stond ze dan te balanceren op twee beentjes. Uiteraard hielden we haar goed vast, zodat ze niet kon vallen. Ze mocht van ons ook alleen maar gaan staan wanneer ze haar voetjes goed neerzette (je moet toch ergens een grens trekken). Zelfs wanneer ze boven op onze opgetrokken knieën zat, liet ze zich er vanaf glijden, zodat ze op haar voetjes kon landen en zelf kon gaan staan. Tja, wat moesten we dan als ouder zijnde, haar telkens weer op haar billen zetten of neerleggen? Als je dat deed werd ze woest en probeerde ze t alleen nog maar harder. Als we meewerkten bleef ze tenminste nog blij. En al vlot daarna maakte ze al pasjes wanneer ze stond; netjes links, rechts, links, rechts. Ze wandelde zo door het hele huis, probleemloos (behalve dan dat wij onze rug braken van het bukkend meewandelen zodat ze niet zou vallen).

Eten wat wij eten

Met de leeftijd van drie maanden kreeg mevrouw het in haar hoofd om te willen eten. Zodra we iets aten of dronken, keek ze gretig naar wat we consumeerden. Af en toe kwijlde ze er zelfs bij. Wanneer het waterig of olieachtig was, dipte ik mijn pink even en dan mocht ze proeven. Ze tastte dan met haar tongetje of er wel iets op m’n pink zat en dan hapte ze blij naar m’n pink. Je zag haar echt proeven; haar oogjes keken serieus en haar tongetje bewoog druk in haar mondje. Vervolgens drukte ze mijn pink uit haar mondje zodra de smaak er af was en proefde ze nog eventjes na. Al vlot keek ze weer verwachtingsvol naar mij en naar hetgeen waar ik mijn pink zojuist in had gedoopt. Toen ze bijna vier maand was zei de jeugdarts van het consultatiebureau dat ze wel voorzichtig aan mocht starten met eten. Sindsdien hadden we geen last meer van een verdrietig meisje aan tafel…alleen nog van een mopperend meisje, omdat mama niet snel genoeg is.

Rollen

Met vier maand kon ze rollen. Eerst alleen nog van op haar rug naar op haar buik. Ze was ontzettend blij dat ze dit truckje eindelijk onder de knie had. Sindsdien hebben wij constant ruzie met haar op het verkleedkussen. Een luier verschonen terwijl mevrouw alle kanten op draait valt namelijk niet mee. En al helemaal niet omdat ze het af en toe grappig vindt om te gaan plassen terwijl haar luier af is…dikke lol heeft ze dan.

Lees ook: Lol met luiers

Kruipen

Met vijf maand begon ze te kruipen…als soort mosterd na de maaltijd, want ze liep al een tijdje langs de tafel en aan de hand. Maar goed, ze ging kruipen, want dat lopen duurde haar toch te lang. Eerst ging ze nog een weekje tijgeren en al vlot daarna kwamen de knietjes in actie. Vanaf dat moment was het oppassen geblazen met haar in huis. Ze pakte alles wat los en vast zat en wilde gaan waar ze niet mocht gaan. Dan kreeg ze een twinkeltje in haar oogjes en grinnikte ze wat. Je kon dan gewoon aftellen: drie, twee, een…go! En daar ging ze, op volle kracht vooruit. En uiteraard was ze vervolgens ontzettend verdrietig wanneer je haar de andere kant op zette en ferm ‘nee’ zei. Tja, wie zich voortbeweegt komt nu eenmaal vroeg of laat grenzen tegen.

Zelfstandig lopen

Toen ze een half jaar oud was, wilde ze zelfstandig lopen door het huis. Ze zorgde er altijd voor dat ze iets of iemand vast had, maar het lukte haar. Helaas was ze nog erg roekeloos en liet ze zich gewoon vallen om te kijken wat er dan zou gaan gebeuren. Dat was natuurlijk niet altijd even handig. Ik kon haar geen moment alleen laten, want voor je het weet zette ze zich dan af om te vallen. Dat heeft een keer geresulteerd in een lichte hersenschudding, dat was echt niet leuk. Daar heeft ze toen echt geluk mee gehad, want het had erger gekund. Ik kreeg haar met moeite weer aan het ademen vanuit het huilen, ze werd knalrood. En daarna moest ik haar nog een beste poos wakker houden, ook terwijl ze constant weg viel. Nee, dat wil ik echt nooit meer meemaken. Gelukkig had ze niet veel later het bukken onder de knie en is was ze daarna niet meer zo roekeloos. Ook had ze ineens niet meer zo’n haast om los te gaan lopen. Wel stond ze telkens te ‘springen’ in haar bedje en ‘danste’ ze vrolijk bij elk liedje wat voorbij kwam. Kijk, daar kon mama wel van genieten.

Jaloers

Wij hebben ons echt geen seconden verveeld in het eerste jaar. Wat hebben wij veel werk van haar gehad zeg! Nee, het is niet makkelijk dat ze alles zo vlot wil. Het kost ons veel energie. En wanneer we er met anderen over praten, worden we op onze vingers getikt alsof we haar dwingen dit allemaal te doen. Geloof me, ze doet het echt zelf en we dwingen haar tot niets…hoogstens tot een stapje terug, zodat ze niet meer/langer doet dan ze kan. Natuurlijk zijn we trots op haar, maar ze mag van ons wel wat minder gehaast zijn en nog fijn een baby’tje blijven. Ook merken we dat sommige mensen soms wat ‘jaloers’ zijn omdat hun kind ‘nog niet zo ver’ is. Nou, ik zou graag willen ruilen. Dan mogen zij de bijna slapeloze nachten (want slapen gaat ten koste van de tijd om te ontwikkelen), rugklachten van het meelopen en bukken en wegslepen, hoofdpijn van de kopzorgen en gebrek aan energie. Als iemand jaloers is, dan zijn wij het wel, want wat is het toch fijn wanneer je je kind gewoon weg kunt leggen en je je ding kunt doen. Ons kind is dan “uitzonderlijk snel” (dit zijn de woorden van de jeugdarts van het consultatiebureau), maar ook uitzonderlijk vermoeiend.

Geniet zo lang het kan

Elk kind groeit en ontwikkelt zich in zijn/haar eigen tempo en daar doe je niets aan. Wanneer je kind onder of boven het landelijk gemiddelde zit, is er echt niet direct iets mis mee…het is niet voor niets een ‘gemiddelde’. Wees dus blij met wat je kind kan (of nog niet kan, want dat is vaak nog veel relaxter). Geniet van elk moment, want voor je het weet zijn ze groot en kun je niet meer dagelijks genieten van de schaterlachjes om helemaal niets en de bijna goed gemikte kwijlkusjes en de gezellige b(r)abbeluurtjes. En dat zijn nu net de kersjes op de taart.

Mobiele versie afsluiten