Een Pietenpakje
Kinderen verkleden zich graag en met Sinterklaas is het erg leuk om je in een vrolijke Pietenpakje te steken. Maar verkleedsetjes zijn vaak niet in maatjes voor de hele kleine kinderen, maar beginnen vaak vanaf vier jaar.
Verkleden als Zwarte Piet (of Roetveeg Piet, Blauwe Piet, Groene Piet…of welke Piet dan ook)
Het setje bestaat uit een basis van een muts, cape en pepernotenzakje. Maar omdat ik nog genoeg stof over had, maakte ik er voor de meiden ook maar gelijk een broekje bij…wel zo leuk (hiervoor kun je het makkelijkst bestaande patronen voor een broek een beetje aanpassen).
Het patroon
Dit patroon bestaat uit een mutsje met veer, cape en pepernotenzakje. Het patroon is gratis, omdat je het zelf moet tekenen. Voor het patroon van het mutsje moet je trouwens een cirkel tekenen. Als je dit lastig vindt, kun je hier lezen hoe je dit kunt doen.
Voor het broekje heb ik een patroon uit de Knippie gebruikt die geschikt is voor katoen. Ik heb hiervoor enkel de voorkant en achterkant gebruikt. Dit patroon is eventueel wel geschikt, je gebruikt dan dus enkel de voorpand en achterpand (deze gaat tot maatje 80, maar kun je makkelijk breder en/of langer maken voor een iets groter maatje). Maar je kunt ook een bestaand broekje overtrekken, gezien het patroon niet heel nauw komt.
Naden netjes afwerken
Als je een lockmachine hebt, dan is het afwerken een peulenschilletje, maar voor iedereen die dat niet heeft (zoals ik) is dat even een extra handeling. Nadat je de naden recht hebt genaaid, naai je dan nogmaals langs de rand met een zigzag (ik koos afstand 2, dit gaat prima). Zorg er voor dat je niet voorbij de rechte naad komt. Op deze manier gaat de stof niet zo rafelen.
Aan de slag
Om het Pietenpakje te maken heb je het volgende nodig:
- patroon
- papier
- potlood
- schaar
- twee kleuren katoen (hoofdkleur en bijkleur, van beide heb je aan 0,5 m wel genoeg)
- elastiek (2,5 of 3,0 cm breed, 50cm lang)
- spelden
- veiligheidsspeld
- garen
- vilt (dezelfde kleur als de bijkleur)
- drukknopen (deze moeten makkelijk open gaan)
Mutsje
Naai de band van het mutsje vast aan de rand van het mutsje (naai de eerste twee cm van de band niet, maar naai wel volledig rond)
Leg de uiteinden van de band op elkaar en naai deze op elkaar (naast de naad van het mutsje, zodat deze precies naast de cirkel komt)
Knip het overtollige band af.
Vouw de zoom richting de band.
Naai langs de rand van het mutsje, zodat de vouw blijft zitten.
Zoom de band enkel om.
Maak een cirkel van het elastiek en naai de uiteinden aan elkaar vast met een zigzag.
Leg het elastiek op de band (aan de ‘slordige’ kant).
Naai de zoom van de band net iets over de naad van het mutsje die je net hebt gemaakt, zodat er een tunnel ontstaat waar het elastiek al in zit. Dit is even een gepriegel.
Leg het patroon van de veer op vilt in de bijkleur en speld deze vast.
Knip de veer uit.
Naai een lijn over het midden van de veer.
Naai de veer op de muts vast over de genaaide lijn (onderaan de veer beginnen tot ongeveer halverwege)
Het zakje
Naai de rechthoeken van dezelfde kleuren op elkaar, maar laat een korte kant open.
Zoom de open kant om.
Keer die in de hoofdkleur om zodat de naden aan de binnenkant zitten.
Naai de zakjes aan elkaar waar je hebt omgezoomd zodat er een zak instaat zonder naden.
Sla de rand 3 cm om en naai deze vast, laat ongeveer 5 cm open.
Naai de strook voor het lint aan de lange kant op elkaar.
Keer het lint binnenstebuiten, ik gebruik hiervoor altijd een veiligheidsspeld.
Vouw de naden netjes en naai langs de zijkanten.
Rijg het lint door de tunnel van het zakje, ik gebruik hiervoor altijd een veiligheidsspeld.
Leg de uiteinden op elkaar.
Vouw de uiteinden twee keer dubbel en naai deze vast.
De cape
Naai de twee rechthoeken op elkaar, maar laat ongeveer 5 cm open.
Keer de cape binnenstebuiten.
Vouw de naden netjes en naai rondom netjes.
Sla de rand 3 cm om en naai deze vast, laat ongeveer 5 cm open.
Naai de strook voor het lint aan de lange kant op elkaar.
Keer het lint binnenstebuiten, ik gebruik hiervoor altijd een veiligheidsspeld.
Vouw de naden netjes en naai langs de zijkanten.
Rijg het lint door de tunnel van het zakje, ik gebruik hiervoor altijd een veiligheidsspel.
Vouw de uiteinden twee keer dubbel en naai deze vast.
Sla of naai drukknopen vast in het lint.
*Extra broekje
Hiervoor zocht ik eerst een bestaand patroon voor een simpel broekje. Hiervan heb ik enkel de voorpand en achterpand genomen. Maar je kunt dus ook het patroon maken van een broekje wat je al hebt, omdat het patroon niet zo nauw komt.
Van beide haal je 5 cm van de zijkant.
Deze patronen speld je op je hoofdkleur en knip je uit, met 5 cm extra aan de bovenkant en eventueel 3 cm extra aan de onderkant als het een lange broek moet blijven.
Van de bijkleur knip je een strook van 20 cm breed en zo lang als de zijkant van de broek.
Speld de voorpand aan de achterpand vast (goede kant op elkaar) van kruis naar enkel. (2x)
Naai de voorpand aan de achterpand vast. (2x)
Spel de strook vast langs de zijkant van de voorpand, met de goede kanten op elkaar. (2x)
Naai de strook vast langs de zijkant van de voorpand. (2x)
Spel de strook vast langs de zijkant van de achterpand, met de goede kanten op elkaar. (2x)
Naai de strook vast langs de zijkant van de achterpand. (2x)
Naai de linkerhelft vast op de rechterhelft. Let er hierbij op dat het kruis netjes op elkaar zit.
Zoom de broekspijpen enkel om.
Maak een tunnel van 2cm hoog in de broekspijpen, laat een kleine opening over.
Rijg elastiek door de pijpjes en leg er een knoop in.
Naai de tunnels netjes dicht.
Zoom de boord enkel om.
Maak een tunnel van 3cm hoog in de boord en laat een redelijke opening over.
Rijg er brede elastiek door.
Naai de uiteinden van het elastiek op elkaar vast met een zigzag.
Naai de tunnel dicht.
Diy inspiratie
Zit je nog vol met diy-kriebels? Kijk dan op de pagina ‘Mama naait’ of ‘Mama knutselt’.
2 thoughts on “Een Pietenpakje”